De AVN en
het automobielmuseum in Reigersbergen
Eind januari werd Den Haag opgeschrikt door een plan dat het gemeentebestuur
gedurende de voorafgaande twee jaar in het diepste geheim had voorbereid, het
Automobielmuseum van de heer Evert Louwman in Reigersbergen.
Louwman heeft een unieke en zeer fraaie verzameling auto’s. Die zijn te zien in
zijn museum in Raamsdonkveer. Het museum is maar de helft van het jaar geopend.
Het is wel het hele jaar te huur voor bijeenkomsten en feesten. Daarvoor
beschikt het complex over een bioscoopzaal en een auditorium, een pub met
aanliggend terras aan een plein en dan ook het Museum Plaza en tenslotte 1000
parkeerplaatsen.
Meneer Louwman wil met zijn museum weg uit Raamsdonkveer. Waarom is in nevelen
gehuld. Meneer Louwman wil met zijn museum annex feestzalencomplex naar Den
Haag.
De gemeente vindt een fantastisch idee.
De
AVN beseft het belang van een gezonde economische basis voor de gemeente, en
dat toerisme daar een zeer belangrijke factor in is. Dus: "ja, laat maar komen
dat automobielmuseum" zegt ook de
AVN. Maar dan op een geschikte plek. Laten we die gaan zoeken!
Maar dat hoeft al niet meer. Want dat heeft meneer Louwman zelf al gedaan: hij
wil zijn museum op het terrein van de kwekerij in het landgoed Reigersbergen,
langs de Leidse Straatweg. En nergens anders.
Je zou denken dat de gemeente dan, uiteraard beleefd, zou voorstellen om eens te
kijken of er misschien ook nog andere plekken zijn, want, meneer Louwman,
Reigersbergen......tsja, dat is een oud landgoed, het ligt in de
landgoederenzone van Den Haag, waar ook het Haagse Bos deel van uit maakt; het
is een gebied dat grote natuurlijke waarde heeft, en voor de leefbaarheid en
recreatie van groot belang is. We willen Uw museum erg graag binnen de gemeente,
maar liever op een ander plekje, want wij hechten erg aan dat soort magnifieke
groengebieden, het hoort zo bij deze stad, vinden wij.
Misschien hééft de gemeente dat ook wel tegen meneer Louwman gezegd, maar die
schijnt daar niets van te willen horen. Op een informatieavond onthulde zijn
zaakwaarnemer dat meneer Louwman een sterke gevoelsbinding met Reigersbergen
heeft, die terug te voeren is op zijn jeugd in de Lekstraat. De Lekstraat. De
Lekstraat ??? Wij zijn nu al twee maanden bezig, met de kaart erbij, uit te
vissen hoe het kan dat iemand uit de Lekstraat vijftig jaar later met een
gevoelsbinding met Reigersbergen opgescheept zit, maar we kunnen het niet
vinden. En bovendien, wat dan nog? We hebben allemaal wel onze gevoelsbindingen!
Voor de gemeente Den Haag is meneer Louwman's woord wet. En daar moeten we het
maar mee doen.
Wel, daar wil de
AVN het niet mee doen. De
AVN vindt het beschamend dat het gemeentebestuur van Den Haag de rug niet
recht houdt om het groene karakter van de stad te koesteren en te bewaken; dat
de gemeente zijn oren naar de onredelijke verlangens van één individu laat
hangen; en dat de gemeente er dan niet voor terugschrikt om twee jaar lang in
het geheim alle gebruikelijke inspraakmogelijkheden te omzeilen en alles uit de
kast haalt om dit plan door te drijven. Maar de
AVN heeft óók een kast.
Hieronder volgt de eerste brief die de
AVN aan het gemeentebestuur zond. Vele andere organisaties deden dat ook.
Het laatste woord is niet gesproken! Automobielmuseum? Prima! Maar niet in
Reigersbergen!!
Den Haag, groene stad achter de duinen. Een stad waarin wonen en werken een genoegen is. Parken, plantsoenen en bomenlanen rijgen zich aaneen en maken het stedelijk leefklimaat tot een prettig toeven. Deze allure van een verstedelijkt dorp met een rijke geschiedenis op het gebied van architectuur, in combinatie met het vele groen, maakt onze stad zelfs internationaal tot een aantrekkelijke vestigingsplaats. Bewust van deze rijke erfenis heeft de gemeente Den Haag een beleidsplan opgesteld om deze natuurlijke rijkdom voor de toekomst zeker te stellen. Voor de uitwerking van het groenbeleidsplan is het noodzakelijk om de ecologische verbindingen tussen de verschillende groengebieden aan te wijzen, te beschermen of tot stand te brengen. Hierin blijft Den Haag tot op heden in gebreke. Het gevolg is dat bestaande ecozones officieel niet worden erkend. Maar ze functioneren wel degelijk als zodanig en dat is belangrijk.
Museum in het groen
Rond de visie "Landgoederen Marlot en Reigersbergen" functioneert in goed overleg met de gemeente de gelijknamige klankbordgroep (groene verenigingen en geïnteresseerde omwonenden). Na een jaar geheimzinnige stilte valt plotseling een uitnodiging voor de presentatie van een Sweeping Plan op hun mat. Een plan dat de hele zorgvuldige voorgeschiedenis van de beleidsvisie van tafel veegt.
De bevlogen autoliefhebber Louwman doneert € 400.000,- om een deel van de landgoederenvisie te realiseren. Daarmee vult hij het budget aan dat op de gemeentebegroting ontbreekt. Er moet wel iets tegenover staan. De initiatiefnemer wil op de plek van de huidige kwekerij, tussen Marlot en Reigersbergen, een 15.000 m2 volumineus automobielmuseum bouwen. Die plek ligt alleen midden in de eco-zone.
De verwachting is dat dit museum jaarlijks 50.000 bezoekers zal trekken. In het plan is rekening gehouden met 135 parkeerplaatsen. Op eigen terrein en in het groen, volgens Louwman. Die drukte en de visuele aanwezigheid van het bouwvolume zal de landelijke uitstraling van het landgoederengebied volledig teniet doen. In plaats van de ecologische waarde van het landschap te verbeteren, zoals het groenbeleidsplan aangeeft, wordt het eco-systeem op deze manier definitief lam gelegd. Het terrein heeft bovendien geen capaciteit voor een overflow aan bezoekers en auto's tijdens piekdagen, zoals de druk bezochte evenementen die zo'n 6 à 7 keer per jaar op de agenda staan..
Na de presentatie ontvangen de leden van de klankbordgroep een schrijven van de gemeentelijke projectleider, waarin gesteld wordt dat het automuseumplan binnen het kader van het interactieve planproces tot stand is gekomen. De deelnemers aan het open planproces weten echter nergens van. Het Louwman-plan is nooit eerder ter sprake geweest en past absoluut niet in de landgoederenvisie.
De zekerheid waarmee de heer Louwman samen met de gemeente Den Haag het plan presenteert, getuigt niet van respect voor het democratische inspraakproces. De Open Plan Processen van enkele jaren geleden waren immers de communicatieve hoogstandjes van de gemeente. De geloofwaardigheid van de toenmalige beloftes is met de presentatie van dit plan wel volledig onderuit gehaald.
Eens temeer blijkt dat het zwaaien met een bundeltje geld voldoende is om groenbeleid en democratie in de wacht te zetten. Misschien is het tijd dat het gemééntebestuur eens in de wacht wordt gezet. Anders is groen Den Haag binnen afzienbare tijd “steen”rijk, maar helaas groenarm.
Frederik Hoogerhoud, Haagse Vogelbescherming