AUTOMOBIELMUSEUM
woensdag 23 maart 2005
Op 30 maart en 7 april a.s.
wordt in raadscommissies en in de gemeenteraad een
voorstel van B. en W. behandeld tot ‘ vaststelling
ontwikkelingskader locatie Nationaal Automobielmuseum’.
Procedureel is dit een
merkwaardige gang van zaken. Om de bouw van het
automobielmuseum mogelijk te maken dient de gemeenteraad
zich eerst uit te spreken over de “ Partiële herziening
van het bestemmingsplan Reigersbergen 1964 “. Dit plan
heeft nog niet ter visie gelegen en is slechts
vertrouwelijk aan de gemeenteraad ter kennis gebracht.
Formeel wordt de raad niet gevraagd met de partiële
herziening van het bestemmingsplan in te stemmen. Als de
raad het welstandskader automobielmuseum aanvaardt is de
raad echter moreel gebonden aan de herziening van het
bestemmingsplan. De inspraaktermijn van het
bestemmingsplan is op 7 april a.s. nog niet gesloten,
maar wordt door de gevolgde procedure ondergraven.
Wat heeft het voor zin een
zienswijze kenbaar te maken als de raad zich al moreel
gebonden heeft aan de herziening van het
bestemmingsplan? Het voorstel, waarover de raad moet
beslissen betreft een bijzonder welstandskader voor de
kwekerijlocatie van Reigersbergen. B. en W. menen
gebruik te kunnen maken van een bevoegdheid, opgenomen
in de vorig jaar door de raad vastgestelde
Welstandsnota. In deze nota komt de volgende formulering
voor: “ Bij grotere ingrepen in de bestaande stad of bij
ontwikkeling van nieuwe gebieden wordt op basis van
stedenbouwkundige visies en plannen een nieuwe
stedenbouwkundige structuur ontworpen. De gemeenteraad
heeft de mogelijkheid om voor de welstandstoets van
bouwplannen in deze gebieden een nieuw toetsingskader te
formuleren. “ In het onderhavige geval is noch sprake
van grotere ingrepen in de bestaande stad, noch van de
ontwikkeling van nieuwe gebieden. De interpretatie van
de bevoegdheden wordt door B. en W. opgerekt en is in
strijd en staat op gespannen voet met de letter van de
Welstandsnota.
De Welstandsnota beoogt het
welstandstoezicht voor de burger doorzichtig te maken.
Met de thans voorgestelde
handelwijze wordt het tegendeel bereikt en de
rechtszekerheid van de burger aangetast. Vooralsnog is
de welstandstoets voor groengebieden van toepassing op
de locatie en er is geen aanleiding hiervan af te
wijken.
Zo de raad zou instemmen met de
wijziging van het bestemmingsplan, dan zou wijziging van
het welstandskader eerst daarna aan de orde moeten
komen.
Met de voorgestelde gang van
zaken worden plannen en maatregelen, die na samenspraak
en inspraak tot stand zijn gekomen, zelf nog zeer
recent, ongedaan gemaakt. Over verbetering van de
relatie burger – overheid gesproken!
De locatie, de voormalige
warmoezerij van het landgoed Reigersbergen, verdient een
beter lot. Hoewel de huidige staat van het terrein
slecht is en de aanwezige flora en fauna in de ogen van
de heer Louwman niet belangrijk, gaat het om de potentie
van het terrein uit een oogpunt van natuur en milieu op
een scharnierpunt tussen duinen, landgoederen en
veenweidegebied. Bovendien is herstel met een knipoog
naar de cultuurhistorische situatie mogelijk en kunnen
ook integraal de bestaande tuinmuren worden behouden.
Het scharnierpunt heeft al schade ondervonden door de
bouw van een verpleeghuis en flats op het landgoed
Oosterbeek.
In de discussie over de
eventuele vestiging van het automobielmuseum lijkt het
al dan niet ondergronds uitvoeren van de
parkeervoorziening een belangrijk gegeven te worden. Dit
is geen principieel punt. Ook bij het aanleggen van een
ondergrondse parkeervoorziening blijft bovengronds een
vierkant massaal gebouw over. Een gebouw met een bebouwd
oppervlak, dat tien keer zo groot is als dat van het
landhuis Clingendael. De expositiehal met een mooie
voorgevel past hier niet. Michael Graves kan dan wel een
dergelijk gebouw binnen de beperkingen die uit de
functie voortvloeien, fraai vormgeven, het bezwaar van
de grote omvang blijft bestaan.
Hans Creman |